Verschuivend kunst in de zorg landschap

Verschuivend kunst in de zorg landschap

Onlangs verscheen een artikel in Nordic Journal of Arts, Culture and Health over de ontwikkeling in Engeland rondom kunst in de zorg. Daar wordt de inzet van ‘kunst als therapie’ in de zorg steeds groter, wat op gespannen voet kan staan met kunstenaars die als outsider hun werk komen doen. De kwaliteit en effectiviteit van kunst in de zorg praktijken worden juist toegeschreven aan die ‘outsider’ rol en ‘arts-for-art-sake’. Deze twee kwaliteiten lijken in Engeland echter tegenwoordig niet op te wegen tegen de voordelen van zorgmedewerkers die kunstzinnig te werk gaan en hun uren kunnen declareren bij de zorgverzekeraar. Dit kan als gevolg hebben dat kunst in de zorg niet meer gewaardeerd wordt vanwege zijn artistieke, filosofische kwaliteiten en de onderscheidende waarde.  

Engeland is één van de landen waar kunstparticipatie al jaren bloeit en groeit. Dit artikel geeft een inkijkje in de verschuivingen van de inzet van kunst in de zorg. In het landschap zijn grote verschuivingen te zien, en deze worden ook verder voorspelt. Zo verwachten ze daar dat kunst meer zal worden geïntegreerd in zorgsystemen, en daardoor het ‘outsider’ aspect, of het ‘art for art sake’ aspect minder tot hun recht zullen komen.

De onderzoekers beargumenteren hun verhaal vanuit verschillende hoeken: bezuinigingen in de zorg die kunstenaars onder druk zetten om zich meer te bewegen naar het ‘behandelingsmodel’ om toch financiering te organiseren. Dit heeft gevolgen voor de positie van de kunstenaar. Deze heeft niet meer de unieke positie van ‘buiten’, maar wordt veel meer geïntegreerd in de praktijk, bijvoorbeeld bij fysiotherapie, ergotherapie of vaktherapie.

Ondanks de uitdagingen die de onderzoekers schetsen, geven ze aan dat kunstenaars in Engeland reageren op de uitdaging door hun artistieke blik, outsider-zijn en grens-overstijgend werk te behouden. Tegelijkertijd vinden ze manieren om zich aan te passen aan systemen en procedures die nodig zijn om binnen de kaders in de zorg te werken. Deze heropleving neemt twee hoofdvormen aan. Ten eerste maken de kunstenaars die werkzaam zijn in de zorg in toenemende mate gebruik van meer geformaliseerde, op consensus gebaseerde methodologische en ethische kaders. Deze zijn gecreëerd door eerdere zorgkunstenaars om hun werk te informeren. Ten tweede, en daarmee samenhangend, is een samenwerking tot stand gekomen waarin kunstenaars samen met partnerorganisaties en academici de uitdagingen binnen de zorg beter willen begrijpen. Deze pakken zij samen aan door middel van dialoog en het opbouwen van relaties.

In Nederland staan we, met bijvoorbeeld de kunstprojecten in dit onderzoek, in een eerder stadium dan in Engeland. Er lijkt nog minder integratie tussen de werelden van zorg en kunst aanwezig. Dit biedt mogelijkheden om te leren hoe we mogelijk kunnen anticiperen op potentiële ontwikkelingen. Met dit onderzoek, en het lerend netwerk hierin, hopen we bij te dragen aan de dialoog over thema’s zoals deze uitdaging met partners uit zorg, gemeenten, zorgverzekeraars, de overheid, onderwijs en de academie. De vraag is welke inspanningen zowel professionals uit de wereld van de kunsten en zorg willen en kunnen leveren om samen te werken.